Belasting beperkende noodmaatregelHet betreft verschillende aanvullende maatregelen met als overeenkomst dat zij tijdelijk van kracht zijn. Hierna volgen enkele voorbeelden.
Waterpeil
Als het water in de teensloot laag staat, valt de tegendruk voor de dijk weg. Bij hoog buitendijks water neemt de kans op een wel of uitspoeling toe. Door het stilzetten van gemalen wordt de waterstand geleidelijk hoger en stijgt de tegendruk.
Scheepvaartverkeer
Als sprake is van hoog buitendijks water kan de golfslag van een passerend schip extra belasting geven op het buitentalud. Dat kan een reden zijn om het scheepvaartverkeer een snelheidsbeperking of een verbod op te leggen.
Autoverkeer
Als sprake is van hoog buitendijks water kan landbouw- en (vracht)verkeer lokaal extra belasting geven op de kruin van de dijk. Dat kan een reden zijn om de weg af te sluiten en alleen aanwonenden en woon-werkverkeer toe te staan.
Taludherstel
Een aangebrachte tijdelijke afdichting van het talud met doek of plastic kan door stroming, weer en wind onklaar geraakt zijn. Ook kan een drijvend object het talud beschadigd hebben. Voldoende reden om de dijk plaatselijk en tijdelijk te beschermen tot definitief herstel gerealiseerd is.
Opkisten
Een (zandvoerende) wel komt tot stilstand als de tegen-druk voldoende groot is. Door het opkisten van de wel met bijvoorbeeld zandzakken stijgt lokaal het waterpeil en daarmee de tegendruk. Geen garantie op succes: de wel kan stoppen, maar het kan zo zijn dat naast de opgekiste wel een nieuwe ontstaat.
Kwelkade
[under construction)